Poëzie laat zich niet in woorden vangen. Pure poëzie laat zich koninklijk ontvangen op een bankje in de zomerzon, naast een stenen huisje. De eerste zonnestralen, krakende vogels en het huisje dat uit haar voegen barst. De konijnen zijn dood. Ver weg glijdt een zilvervliegtuig zachtjes door de blauwe zon. Een muurwolk verschuift in de stilte. Nog even bibberend genieten. Straks valt alles om.